Door Maurice Grape, met decennia aan gespecialiseerde ervaring in de wijnbouw en fruitteelt.
Een druivenplant in uw tuin of kas biedt niet alleen een charmante mediterrane sfeer, maar ook heerlijke vruchten waar u met recht trots op kunt zijn. Of u nu droomt van sappige tafeldruiven direct van de struik of overweegt om uw eigen wijn te produceren: het succes van uw oogst begint bij een grondig onderhoud, en dan specifiek bij het correct snoeien. Want zonder regelmatige en gerichte snoei zal uw druif onvermijdelijk veranderen in een dichte, houtige wirwar van ranken, met een teleurstellend lage of zelfs geheel uitblijvende opbrengst.
In deze uitgebreide gids, gebaseerd op onze diepgaande kennis en bewezen praktijkervaring in de druiventeelt, leest u alles over waarom en hoe u een druif moet snoeien. Of u nu een beginnende tuinier bent die zijn eerste druivenstok aanplant, of al jarenlang een verouderde druivenstok verzorgt: met de specifieke tips en technieken die wij hanteren, zorgt u gegarandeerd voor een gezonde groei, optimale vruchtzetting en een prachtige, productieve plant die u jarenlang van genot voorziet.
Druivenplanten zijn van nature uitzonderlijk krachtige groeiers. In slechts één groeiseizoen kunnen ze meterslange scheuten produceren. Als u de plant ongecontroleerd zijn gang laat gaan, raakt deze binnen de kortste keren overwoekerd. Dit ziet er niet alleen slordig uit, het gaat ook drastisch ten koste van de kwaliteit van de druiven. Er komt significant minder licht en lucht in het hart van de plant, de energie wordt verkeerd verdeeld over onproductief hout, en vruchtvorming blijft daardoor achter.
Een vakkundig gesnoeide druif heeft een open en luchtige structuur, met sterke, goed belichte scheuten die voldoende zonlicht ontvangen om zoete, sappige en smakelijke druiven te produceren. Daarnaast verkleint een luchtige plantstructuur de kans op veelvoorkomende schimmelziekten zoals meeldauw en botrytis aanzienlijk, omdat de bladeren en trossen sneller opdrogen na regen of dauw.
Bovendien draagt een druif uitsluitend vruchten op jonge, eenjarige scheuten die groeien uit het hout van het vorige jaar. Door ieder jaar strategisch te snoeien, stimuleert u actief de vorming van dit vruchtbare, jonge hout en voorkomt u dat de plant vroegtijdig veroudert en productiviteit verliest.
Er zijn twee belangrijke momenten om uw druif te snoeien: in de winter en in de zomer. Elk snoeimoment heeft een duidelijk eigen doel en vereist een specifieke aanpak.
De wintersnoei, ook wel de hoofdsnoei genoemd, is de meest belangrijke en bepalende snoeibeurt voor uw druivenplant. Deze vindt plaats tussen november en uiterlijk eind januari, uitsluitend zolang het niet vriest. U snoeit de plant dan stevig terug om de basisstructuur aan te brengen en het fundament te leggen voor de vruchtvorming in het volgende seizoen.
Snoei niet later dan begin februari. Vanaf dat moment begint de sapstroom in de druif weer krachtig op gang te komen. Als u dan nog gaat snoeien, zal de druif onvermijdelijk gaan ‘bloeden’: er loopt dan grote hoeveelheden sap uit de snoeiwonden, wat de plant aanzienlijk kan verzwakken en zelfs schade kan toebrengen. Onze jarenlange ervaring benadrukt het belang van deze timing.
De zomersnoei, ook bekend als de dieven- of bladsnoei, voert u uit tussen juni en augustus. Tijdens deze snoei verwijdert u overtollige scheuten, zogenaamde ‘dieven’, en overtollig blad, zodat de zich ontwikkelende druiventrossen optimaal licht en lucht krijgen. Dit draagt essentieel bij aan een betere rijping en voorkomt dat de plant al haar energie verspilt aan onnodige bladgroei in plaats van vruchtontwikkeling.
Door beide snoeimomenten gedisciplineerd en vakkundig toe te passen, stuurt u de groei en vruchtzetting op een gebalanceerde manier en verhoogt u exponentieel uw kans op een succesvolle en kwalitatieve oogst.
De wintersnoei is het absolute fundament van uw druivenplant. Hier bepaalt u welke takken blijven en welke u verwijdert, om zo de plant overzichtelijk te houden en te zorgen voor een maximale opbrengst.
De meeste druiven in particuliere tuinen worden, net als in veel professionele wijngaarden, geleid volgens de zogenaamde Guyot-methode. Hierbij leid je één of twee horizontale zijtakken langs draden of een pergola. Uit deze horizontale armen groeien in het voorjaar de nieuwe, vruchtdragende scheuten.
Zo snoeit u vakkundig in de winter:
De zomersnoei is minder intensief dan de wintersnoei, maar is minstens zo belangrijk voor de uiteindelijke kwaliteit van uw druiven. U zorgt hiermee dat de plant zijn energie optimaal verdeelt, dat de druiventrossen voldoende zonlicht krijgen om te rijpen en dat de lucht goed kan circuleren, wat schimmels voorkomt.
Zo pakt u de zomersnoei aan:
Een jonge druivenplant moet u in de eerste jaren zorgvuldig begeleiden, zodat hij een stevige en productieve basisstructuur kan ontwikkelen. De allereerste wintersnoei is hierbij van cruciaal belang voor de toekomstige opbrengst.
Druiven kunt u op verschillende manieren leiden, afhankelijk van de beschikbare ruimte, uw esthetische voorkeur en uw oogstdoelen. De meest gebruikte en effectieve methodes zijn:
Welke vorm u ook kiest, zorg ervoor dat u de hoofdtakken en permanente armen goed opbindt en dat u jaarlijks de opbouw van de plant consistent in stand houdt met gerichte snoei.
Hoewel druiven snoeien geen hogere wiskunde is, worden er toch veel fouten gemaakt die de groei en opbrengst aanzienlijk kunnen beperken. Hieronder de meest voorkomende valkuilen die wij in de praktijk observeren:
Naast de essentiële snoei zijn er nog andere factoren die, volgens onze jarenlange ervaring, bijdragen aan een gezonde, bloeiende en productieve druivenplant:
Een goed gesnoeide druif is gezonder, productiever en esthetisch fraaier. Door in de winter (november-januari) rigoureus terug te snoeien tot 2 à 3 knoppen per eenjarige scheut, legt u de basis voor vruchtvorming. In de zomer (juni-augustus) dunt u scheuten en bladeren uit, zodat de trossen optimaal kunnen rijpen en de plant geen energie verspilt.
Begin bij jonge planten met een zorgvuldige opbouw van de structuur en houd u consequent aan een gekozen leidingssysteem. Laat u niet afschrikken door de hoeveelheid werk: druiven snoeien is eenvoudig zodra u het principe begrijpt en de jaarlijkse routine eigen maakt. Met regelmatige aandacht en gerichte snoei, gebaseerd op onze expertise, geniet u ieder jaar weer van volle, sappige trossen, een krachtige groei en een prachtig stukje mediterrane charme in eigen tuin.
‘Bloeden’ is het verlies van plantensap uit snoeiwonden. Dit treedt op als u een druif snoeit wanneer de sapstroom alweer actief is, meestal vanaf februari. Dit sapverlies verzwakt de plant aanzienlijk, maakt hem vatbaarder voor ziektes en kan de oogst negatief beïnvloeden. U voorkomt bloeden door de wintersnoei uiterlijk eind januari uit te voeren, dus voordat de sapstroom op gang komt.
Ja, in de meeste gevallen kunt u een jarenlang verwaarloosde druivenplant nog redden met een drastische verjongingssnoei. Deze snoei voert u uit in de winter (november-januari). Wees niet bang om de plant radicaal terug te snoeien, zelfs tot op de hoofdtakken of de hoofdstam, om de basisstructuur opnieuw op te bouwen. De plant zal daarna krachtig uitlopen, maar het kan één tot twee jaar duren voordat de bloei en vruchtzetting weer optimaal zijn.
Druiven bloeien op eenjarige scheuten die uit knoppen (‘ogen’) komen. De knoppen die bloemtrossen zullen dragen, zijn over het algemeen dikker, ronder en forser dan de slankere bladknoppen. Met wat oefening leert u het verschil te zien tijdens de wintersnoei. U snoeit de eenjarige scheuten terug tot 2 à 3 van deze verdikte bloemknoppen.
Om de kwaliteit en grootte van de druiven te maximaliseren, adviseren experts om per vruchtdragende scheut maximaal één tot twee trossen te laten hangen. Hoewel de plant mogelijk meer trossen produceert, zal het laten hangen van te veel trossen leiden tot kleinere, minder zoete en onrijpere druiven, omdat de energie van de plant te veel verdeeld moet worden.
De meest voorkomende fouten zijn: te laat snoeien in de winter (wat bloeden veroorzaakt), te weinig snoeien (waardoor de plant te dicht wordt en minder bloeit), verkeerde scheuten behouden (alleen jonge, sterke, eenjarige scheuten dragen vrucht), het niet uitdunnen van trossen (leidt tot kleine, onrijpe druiven) en het niet aanhouden van een snoeisysteem (resulteert in chaotische groei).